Mijn haren gaan eraf, voordat het uitvalt!
Maandag 17 september heb ik een informatiegesprek met de oncologisch verpleegkundige. Ze vertelt me van alles, inclusief de mededeling dat ik over 14 dagen mijn haar ging verliezen.
‘Nee hoor,’ antwoord ik, ‘Dat gebeurt morgen, want dan ga ik naar de kapper.
‘Weet je dat zeker?’ vraagt ze, ‘Ik zou nog even wachten.’
Weer leg ik uit, dat ik niet op de eerste losse haarlok in mijn handen ga wachten. Dat ik er lang over nagedacht heb en mijn gevoel volg.
Maandagavond kam ik voor de laatste keer mijn haar. Tenminste … het zal een tijd gaan duren, voordat ik dat weer kan. De tranen zitten hoog, maar ik denk aan de weg die ik ga bewandelen: de weg naar genezing.
’s Nachts kan ik niet slapen. Ik moet de neiging onderdrukken om elke keer aan mijn haar te voelen.
Is mijn haar zo geweldig? Nee, maar het hoort bij me en dankzij dat haar zie ik er niet ziek uit. En dat gaat straks gebeuren en dat wil ik niet. De tranen blijven stromen en ik doe niet langer moeite ze tegen te houden. Ze moeten er duidelijk uit.
Dan is het zover. Met lood in mijn schoenen stap ik in de auto en rijd naar de kapper. Wat ben ik blij dat ze eerder opengaat voor me!
In etappes eraf
‘Nee, maar het moet toch gebeuren, dus doe maar snel.’
Vervolgens gaat mijn haar er in etappes af. Het lukt me de tranen binnen te houden. Totdat de kapster zegt dat ze me stoer vindt en me de knipbeurt gratis geeft.
Ze maakt mijn pruik ook mooi, zodat die bij me past en iets minder pruik lijkt. Niet voor mijn gevoel, want ik zie het meteen. Maar de pruik zit beter dan dat gekke ding eerst.
Zal het ooit wennen?