Persoonlijk / Ervaring

11 – De eerste chemo …

De wereld ziet me met mijn kale koppie

De eerste chemo …

Woensdag is het zover: de eerste chemo.
Mijn schoonzusje brengt en haalt ons.

We melden ons keurig op tijd boven in de chemokamer. Alles wordt rustig uitgelegd en ik vind het allemaal prima.

Ben ik zenuwachtig? Verwijst dit naar het midden of het eind van de volgende zin? En het enige dat ik kan doen, is me vermaken tijdens de chemo, maar er gebeurt nu eindelijk iets!

Eigenlijk doe je niets tijdens een chemo. Je zit en je ontvangt de chemo, meer niet. Maar toch had ik het gevoel dat ik iets tegen de kanker kon doen, omdat ik chemo kreeg. Het traject ging beginnen.

De verpleegkundige vraagt me of ik altijd zo nuchter en rustig ben. Ik antwoord dat ik me net voel alsof ik bij de bloedbank zit en daar ben ik ook nooit zenuwachtig geweest. Dus waarom zou ik dat dan nu zijn? In paniek raken kan altijd nog.

Koude chocomel

Op een gegeven ogenblik rammel ik van de honger. Ik app dit naar Ruud, die even de kamer uit is met mijn schoonzusje. Ik word op mijn wenken bediend, want mijn schoonzusje komt een plakje peperkoek brengen. Meteen komt een mevrouw binnen voor de lunch. Ik krijg broccoli-soep en kies voor twee bruine boterhammen met kaas. De uitdaging voor vandaag: soep eten met mijn linkerhand, want in mijn rechterarm zit het infuus. Maar het lukt! Zonder knoeien! Als drinken kies ik voor koude chocomel. Dat doet me denken aan vroeger. Toen at ik met mama na elk bezoek aan de oogarts een saucijzenbroodje met chocomel.

De chemo zelf valt mee. Sterker nog, ik heb nergens last van.

Muts

We gaan mijn nichtje nog ophalen bij mijn schoonouders, want zij moest gewoon naar school. Ik krijg het wel steeds warmer met mijn muts op. Ik heb nooit zo van hoofddeksels gehouden en dat is echt niet veranderd. Dus ikk vraag aan mijn nichtje of ze het eng vindt om me zonder haren te zien. Of ze dat wil proberen. En of ze eerst een foto wil zien. Na de foto durft ze het aan om me zonder muts te zien. We spreken af, dat ze het zegt als ze toch liever wil dat ik mijn mutsje op zet. Maar het gaat prima.

Dan gaan we naar huis. En opeens heb ik schijt aan de hele wereld! Kun je niet tegen mijn kale koppie? Pech, dan kijk je maar de andere kant op! Ik heb er niet om gevraagd, het is niet mijn keus en ik heb er ook maar mee te dealen. Die snertziekte houdt ook geen rekening met mij. Dus besluit ik met mijn kale koppie naar buiten te gaan. En in mezelf geef ik me een schouderklopje: deze hindernis heb ik ook genomen!

Related Posts

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *