De eerste chemo …
Woensdag is het zover: de eerste chemo.
Mijn schoonzusje brengt en haalt ons.
We melden ons keurig op tijd boven in de chemokamer. Alles wordt rustig uitgelegd en ik vind het allemaal prima.
Ben ik zenuwachtig? Verwijst dit naar het midden of het eind van de volgende zin? En het enige dat ik kan doen, is me vermaken tijdens de chemo, maar er gebeurt nu eindelijk iets!
Eigenlijk doe je niets tijdens een chemo. Je zit en je ontvangt de chemo, meer niet. Maar toch had ik het gevoel dat ik iets tegen de kanker kon doen, omdat ik chemo kreeg. Het traject ging beginnen.
De verpleegkundige vraagt me of ik altijd zo nuchter en rustig ben. Ik antwoord dat ik me net voel alsof ik bij de bloedbank zit en daar ben ik ook nooit zenuwachtig geweest. Dus waarom zou ik dat dan nu zijn? In paniek raken kan altijd nog.
Koude chocomel
De chemo zelf valt mee. Sterker nog, ik heb nergens last van.
Muts
Dan gaan we naar huis. En opeens heb ik schijt aan de hele wereld! Kun je niet tegen mijn kale koppie? Pech, dan kijk je maar de andere kant op! Ik heb er niet om gevraagd, het is niet mijn keus en ik heb er ook maar mee te dealen. Die snertziekte houdt ook geen rekening met mij. Dus besluit ik met mijn kale koppie naar buiten te gaan. En in mezelf geef ik me een schouderklopje: deze hindernis heb ik ook genomen!