K..! Ik heb borstkanker!
De afgelopen dagen en vooral nachten waren een hel. Lukte het overdag een beetje om mijn gedachten en angsten te negeren, in de nachten lukte dit totaal niet.
Want wat als ik ongeneselijke borstkanker heb? Ik ben Ronald (mijn eerste man) verloren, dus ik weet hoe het is je partner te verliezen. Bij de gedachte dat Ruud dit zou moeten meemaken, word ik gek.
Zaterdag zijn we even naar het strand gegaan in Westkapelle, een plek waar ik me gewoonlijk veilig voel. Helaas lukte me dat deze keer niet.
Eindelijk is het dinsdag en zitten we in het ziekenhuis. Om 15.20 uur hebben we een afspraak, maar ze lopen 10 ร 15 minuten uit. Om 15.50 worden we verder geroepen en naar een onderzoekskamer gebracht. Ik weet nu dat het mis is. Kortom, om 16:00 uur komt de chirurg binnen en bevestigt mijn gevoel.
Ik heb borstkanker.
De laatste 10 minuten die we in de onderzoekskamer moesten wachten, zijn de allerzwaarste in mijn leven tot nu toe. Is het behandelbaar? wil ik weten. โJaโ, zegt de chirurg, โHet is te genezen en dat is het enige dat je moet onthouden.โ Ze vertelt dat ik chemo en bestraling krijg. Maar ook een borstamputatie. Dat vind ik een veilig gevoel, want dan blijft er geen kanker achter in mijn lijf. Maar mijn haar eraf? De eerste tranen rollen over mijn wangen. Hardop bedenk ik me dat ik geen bloeddonor meer mag zijn. De verpleegkundige kijkt me aan en zegt dat ik daar niet om moet huilen. Er moet nu voor mij worden gezorgd.
โMaar ik ben niet ziek!โ wil ik terugschreeuwen, โIk voel me niet ziek en zie er niet ziek uit!โ En meteen denk ik: K..! Ik ben wel ziek en ga nog veel zieker worden binnenkort. Ik krijg te horen welke onderzoeken nog volgen en we maken een afspraak voor de volgende keer.
Buiten bel ik mijn zus. Ze schrikt natuurlijk en vraagt of ze me moet komen doodknuffelen. Nou, dat knuffelen mag altijd, maar laat dat โdoodโ maar achterwege.
De diagnose is gesteld. Ik ken mijn vijand en stroop mijn mouwen op om het gevecht aan te gaan.